In 2025 heeft DEC Dommelstroom actief bijgedragen aan een energieneutraal Sint-Michielsgestel. Dat doen we door de realisering van enkele unieke energieproductieprojecten met een (inter)nationale inspirerende uitstraling. Minder unieke projecten maken uitsluitend kans op uitvoering wanneer deze substantieel bijdragen aan de rentabiliteit van DEC Dommelstroom. We werken daarvoor, zo nodig/zo mogelijk, samen met lokale en regionale partners.

2 maart 2020

Werkgroep Geothermie, stand van zaken.

Onze energie Coöperatie Dommelstroom is opgericht om een bijdrage te leveren aan het verminderen van de CO2-uitstoot. We zijn begonnen met de waterkrachtcentrale in de Dommel, daarna hebben we zonnepanelen geïnstalleerd op de sporthal Theereheide, beide leveren ze elektriciteit die aan het lichtnet wordt geleverd. De werkgroep Geothermie onderzoekt nu of naast het opwekken van elektriciteit het winnen van aardwarmte voor onze Coöperatie zinvol kan zijn.

Aardwarmte is voor een klein deel afkomstig van geleiding uit het hete binnenste van de aarde en grotendeels van het radioactief verval van uranium en thorium in de bodem. Naarmate je dieper gaat stijgt de temperatuur, drie of vier graden per honderd meter.
Aardwarmte wordt in ons land al jaren gebruikt. Het meest bekend is warmte-koude opslag wat al in vele kantoorgebouwen wordt toegepast. Eigenlijk is dit geen aardwarmte want de bodem wordt slechts als warmtebuffer gebruikt.

De werkgroep heeft met de gemeente Sint-Michielsgestel gesproken. In het kader van de RES Regionale Energie Strategie, de uitvoering van het Klimaatakkoord) is de gemeente geïnteresseerd in het gebruik van aardwarmte. De bedoeling van het gesprek was na te gaan op welke wijze een samenwerkingsverband kan ontstaan tussen de gemeente en ons.

In dit gesprek is gebleken dat alleen LT-geothermie zinvol is in onze gemeente. Bij aardwarmte wordt onderscheid gemaakt tussen LT, MT en HT. Hierbij staat LT voor lage temperatuur tot 40 graden, MT midden temperatuur tot 60 graden en HT hoge temperatuur boven 70 graden. Aangezien de bodemtemperatuur hoger wordt naarmate je dieper gaat past HT bij heel diep, LT bij ondiep en MT er tussenin. Maar welke diepte dat is, verschilt als gevolg van de bodemstructuur enorm per locatie. Voor LT wordt uitgegaan van 250 tot 750 meter diep.
Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen systemen waarbij warm water op één locatie wordt opgepompt en een eindje verderop weer in de bodem wordt geïnjecteerd, de zogeheten open systemen. En gesloten systemen met twee buizen in één boorgat die onderaan met elkaar verbonden zijn, dit voorkomt dat ongewenste stoffen opgepompt worden en het grondwater niet vervuild kan worden.

MT en HT-geothermie vallen voor ons af omdat in onze omgeving temperaturen boven 60 of 70 graden pas op zeer grote diepte worden bereikt en de waterdoorlatendheid, een voorwaarde om voldoende warmte te kunnen winnen, waarschijnlijk onvoldoende is. Bovendien kleven aan diepe aardwarmte veel bezwaren vergelijkbaar met de winning van schaliegas. Daarentegen heeft onderzoek aangetoond dat in onze gemeente veelbelovende locaties voor LT-geothermie aanwezig zijn.

Het meest voor de hand ligt dat de aardwarmte gebruikt zal worden voor het verwarmen van een of meer woonwijken. Gezien de te verwachten temperatuur van het water uit de bodem van hooguit 40 graden komen alleen wijken in aanmerking waar de huizen geschikt zijn voor lage temperatuur verwarming, bij voorkeur vloerverwarming. Voor de tapwatervoorziening, waar in verband met het voorkomen van legionella besmetting een temperatuur van minstens 60 graden is vereist, moeten in de woningen kleine warmtepompen geïnstalleerd worden.

Om gebruik te maken van lage LT (lage temperatuur) aardwarmte zijn twee dingen nodig:

  • er moet een (kostbare) boring gedaan worden inclusief apparatuur om de warmte aan het opgepompte water te onttrekken en aan een warmtenet af te geven.
  • er moet een afzetmogelijkheid gezocht worden voor de gewonnen warmte.

De hoge investeringen, het risico en de gespecialiseerde kennis die voor zo’n boring nodig zijn vallen buiten de mogelijkheden van onze Coöperatie. Ook zijn wij niet in staat een warmtenet te realiseren om de gewonnen warmte af te zetten.
Op verzoek van de werkgroep beraadt de gemeente zich momenteel of en zo ja op wijze de samenwerking tussen de gemeente en ons vorm geven kan worden. Onze Coöperatie zou een substantiële bijdrage kunnen leveren aan voorlichting en enthousiasmeren van de bevolking.

De werkgroep geothermie
Gerard Smals
John Barendregt

aardwarmte